Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Enghien

betekenis & definitie

Enghien (Louis Antoine Henri de Bourbon, graaf van), eenige zoon van Henri Louis Joseph, prins van Condé, werd geboren te Chantilly den 2den Augustus 1772, en was een kweekeling van den abbé Millot.

In 1789 verliet hij het onrustige Frankrijk en deed eene reis door Europa, voegde zich in 1792 bij het corps emigranten, door zijn grootvader opgerigt, en voerde er bevel over de voorhoede. Uit liefde jegens prinses Charlotte de Rohan-Rochefort begaf hij zich naar Ettenheim in Baden, trad er in het geheim met haar in het huwelijk en leidde er een huiselijk leven.

In dien tijd was Bonaparte, als eerste consul, aan velerlei aanslagen blootgesteld, en men oordeelde, dat de hertog daarvan niet onkundig was, al nam hij daaraan regtsreeks geen deel. Toch meende de eerste consul zekerheid te hebben uit onderschepte brieven, dat de Bourbons voornemens waren, zich van den troon van Frankrijk meester te maken, —dat Pichegru, de hertogen de Polignac en anderen daartoe eene zamenzwering hadden gesmeed, en dat de hertog van Enghien in stilte Parijs had bezocht, — ’t geen echter later bleek, eene dwaling te wezen.

Door een spion was voorts aan den staatsraad Réal, aan wien de opsporing van het complot was opgedragen, te kennen gegeven, dat de hertog, door generaal Dumouriez vergezeld, gedurig geheime reizen deed, zoodat Bonaparte het geraden achtte, zich van den hertog meester te maken en zijne papieren in beslag te nemen. Tot dat einde werd generaal Ordener naar Straatsburg gezonden, en deze droeg er zijn last op aan een chef der gendarmerie, Enghien werd gewaarschuwd, en zijne gemalin bezwoer hem, om op zijne veiligheid bedacht te wezen, doch hij bleef rustig te Ettenheim.

Den 14den Mei werd het huis door gewapenden omsingeld, en de hertog met zijn geheele gezin gevankelijk naar Straatsburg gebragt. Weldra zag hij zich naar Parijs en toen onmiddellijk naar Vincennes gevoerd, waar volgens een besluit van den Consul, waartegen Cambacères zich aanvankelijk had verzet, eene militaire commissie den gevangene zou vonnissen. Ook Murat, die als gouverneur van Parijs die commissie moest benoemen, maakte zwarigheden, doch te vergeefs.

Aan het hoofd dier militaire regtbank, welke aanstonds te Vincennes vergaderde, stond generaal Hullin, en de bevelhebber der gendarmes was Savary, later hertog van Rovigo. De hertog van Enghien was van honger en vermoeijenis ingeslapen, toen men hem des nachts te 11 ure wekte, om hem voor de vierschaar te doen verschijnen, die uit 8 officieren bestond. Aanvankelijk waren deze besluiteloos, doch toen de hertog beleed, dat hij de wapens had gedragen tegen Frankrijk en dat hij een maandgeld uit Engeland ontving, werd omstreeks te 4 uur des ochtends het doodvonnis over hem uitgesproken. Intusschen was de voorzitter Hullin niet ongezind, om den veroordeelde naar zijn wensch eene audiëntie bij den Eersten Consul te bezorgen, toen Savary, achter hem staande, verklaarde, dat de taak der commissie volbragt was, en een half uur later werd in de drooge gracht van het slot het vonnis voltrokken.

Kalm plaatste zich de hertog tegenover de geladene geweren der gendarmes d’elite, en met de woorden „Eh bien, mes amis!” stortte hij dood ter aarde. Volgens het getuigenis van Fleury de Chaboulon, kabinet-secretaris van Bonaparte, hadden zich de gemalin van laatstgenoemde met hare dochter Hortense, benevens Cambacères en Berthier beijverd, om hem het nuttelooze van den dood van Enghien te doen gevoelen, zoodat de Eerste Consul nog niet tot een vast besluit gekomen was, toen hij de noodlottige tijding ontving. Zulk eene voortvarendheid had hij niet verwacht, daar hij Réal bevolen had, den hertog in het verhoor te nemen.

In zijne „Mémoires” beschuldigt Napoleon den staatsman Talleyrand, dat deze hem den brief van Enghien eerst na de uitvoering van het vonnis gegeven had; doch de hertog heeft geen brief geschreven. De brochure van Savary „Sur la catastrophe de M. le duc d’Enghien (1823)”, waarin hij de verantwoordelijkheid dier zaak op Talleyrand zocht te schuiven, lokte meer dan 20 andere geschriften uit, doch de sluwe staatsman wist zich bij Lodewijk XVIII te regtvaardigen. Dupin heeft de bescheiden van het procès openbaar gemaakt en de onbevoegdheid der militaire commissie aangewezen, welke door generaal Hullin erkend werd, terwijl deze de schuld op Savary wierp, als den man, die de voltrekking van het vonnis bespoedigd had. Na de restauratie werd het stoffelijk overschot van den hertog in de kapèl te Vincennes bijgezet.

< >