Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Donizetti

betekenis & definitie

Donizetti (Gaëtano), een uitstekend Italiaansch opera-componist, werd geboren te Bergamo den 25sten September 1798 en begaf zich in 1815 naar Bologna, waar hij onder de leiding van Pilotii en pater Mattei de gronden der muziek bestudeerde. Na zijn terugkeer nam hij dienst bij de Oostenrijksche armee, en kwam weldra met zijn regiment te Venetië, waar het hem gelukte, in 1818 en 1819 zijne eerstellingen „Enrico di Borgogna” en „II Falegname di Livonia” ten tooneele te brengen. Hierdoor verwierf hij begunstigers, die hem vrijmaakten van de krijgsdienst, waarna hij zich met zooveel ijver aan de muziek wijdde, dat hij tot 1831, behalve de genoemde 2, nog 28 opera’s schreef, waaronder zich „Olivo e Pasqualo”, — „Le convenienze teatrale”, — „II borgomestro di Saardam” (alle van 1827), — „Gianni di Calais”, — en „L’esule di Roma” (beide van 1821), — „II Castello di Kenilworth (1829)”, — en „Imelda dei Lambertazzi (1831)”, bevinden. Nog grooter roem behaalde hij na dien tijd door „Anna Bolena (1831)”, — „L’elisire d’amore (1832)”, — „II furioso”, — „Parisina”, — „Torquato Tasso” — en „Lucrezia Borgia”, (alle 3 van 1833), — en Gemma di Vergi (1834)”.

Daarna begaf hij zich naar Parijs, om er bij de uitvoering van zijn „Marino Faliéri (1835)” tegenwoordig te zijn. Viel deze opera niet bijzonder in den smaak, des te meer opgang maakte in dat jaar zijn „Lucia di Lammermoor” te Napels, zoodat hij hier hoogleeraar werd aan de Koninklijke muziekschool. Daarna schiep hij „Belisario (1836)”, — „Betly (1836)”, — „Roberto Devereux (1837)”, — „Maria di Rudenz (1838)”, —en „Giani di Parigi (1839)”. Vervolgens ging hij wederom naar Parijs, om er „La fille du régiment”, — „La favorite”, — en „Les Martyrs” te doen opvoeren, terwijl zijne „Maria Padilla” in 1841 te Milaan zeer gunstig ontvangen werd. In 1842 bevond hij zich te Weenen, waar zijn „Linda di Chamounix” hem den titel van Keizerlijk Hofkapèlmeester bezorgde.

Ook in 1843 reisde hij weder derwaarts, om er „Maria di Rohan” ten tooneele te brengen. In hetzelfde jaar deed hij „Don Sébastien” te Parijs opvoeren, en eindigde zijne loopbaan als componist met „Caterina Cornaro”, die in 1844 te Napels gegeven werd. Door eene hersenziekte verviel hij tot stompzinnigheid en overleed te Bergamo den 8sten April 1848. Het aantal zijner opera's bedraagt 64, terwijl men tevens een groot aantal kleinere muziekstukken van dezen toondichter kent. Moge men hem ook eene vlugtigheid te laste leggen , waarover bij de hoeveelheid van het door hem geleverde niemand zich verwonderen zal, — het is tevens algemeen erkend, dat zijne beste stukken zich door heerlijke melodieën en dramatische levendigheid onderscheiden. — Zijn broeder Giuseppe Donizetti, geboren in 1797, eerst kapelmeester bij een Oostenrijksch régiment, ging later naar Constantinopel, waar hij de militaire muziek op Europésche wjjze schoeide, bekleedde er aanzienlijke betrekkingen, en overleed in 1856, desgelijks eenige compositiën — vooral marsehen — achterlatende.

< >