Dilleniaceën is de naam eener plantenfamilie, die boomen, heesters en halve heesters omvat met de volgende kenmerken: De bladeren zijn meest afwisselend, zelden tegenoverstaand, gevind-nervig, enkelvoudig, gaafrandig of getand, en doorgaans lederachtig. De bloemen zijn tweeslachtig of tweehuizig, regelmatig, alleenstaand of tot trosvormige aren vereenigd. Van de 5 overblijvende kelkbladen staan 2 wat meer naar buiten en 3 naar binnen; de 5 bloembladen zijn bovenstandig en vormen een kring, terwijl zij in den knop dakpanvormig over elkander zijn gelegd.
Het aantal meeldraden is groot en bedraagt zelden 5 of 10; zij zijn vrij of veelbroederig, aan den top breeder of gekroond met 2-hokkige, overlangs met 2 spleten openspringende helmknoppen. De vruchtbladen zijn kransvormig geplaatst, vrij of zamengegroeid, van veel eitjes voorzien en dragen een stamper met een enkelvoudigen stempel, terwijl zij bij het rijp worden eene bes vormen. Men kent ongeveer 150 soorten van deze familie; zij groeijen in de keerkringslanden en op den zuidelijken gematigden gordel, en bevatten veelal looistof.