Christ (Joseph Anton), een verdienstelijk tooneelspeler, werd geboren te Weenen in 1744, ontvlugtte als leerling het gesticht der Jezuïeten en nam als huzaar deel aan den Zevenjarigen oorlog. Daarna trad hij heimelijk in den echt met jonkvrouwe Peixoto da Costa uit Lissabon, en werd in 1765 lid van een tooneelgezelschap. Met Döbbelin vervulde hij in 1777 te Berlijn de eerste minnaars-rollen, voorts die van jonge helden en ridders, werd in 1778 in de plaats van Brockmann naar Hamburg geroepen, begaf zich achtereenvolgens naar Leipzig, Petersburg en Riga, en verloor hier in 1784 zijne echtgenoote en eene zeer beminnelijke dochter.
In 1790 was hij verbonden aan den Nationalen schouwburg te Mainz, in 1794 aan een tooneelgezelschap te Praag, waarmede hij eerst naar Dresden en toen naar Leipzig vertrok. Hier vierde hij den 14den September 1816 zijn 50-jarig kunstenaarsfeest en overleed te Dresden in 1824. Hij was een uitstekend kunstenaar, die met weinig hulpmiddelen de hevigste hartstogten levendig, maar zonder overdrijving wist voor te stellen. —Zijne dochter Frederïke Antoinette Josephine, geboren in 1785 en later gehuwd met Schirmer, was geruimen tijd een sieraad van den hof-schouwburg te Dresden, en overleed aldaar den 31sten Maart 1833.
