Chlodowig, Chlodwig of Lodewijk is de naam van eenige Frankische koningen uit het huis der Merovingen. Wij vermelden hier:
Chlodowig I, de Groote bijgenaamd, een zoon van Childeric en Bazina, geboren in 465. In 481 werd hij, als opvolger van zijn vader, koning van een gedeelte der Salische Franken in het noorden van Gallië. Voorspoedige wapenfeiten bezorgden hem reeds vroeg roem en buit, zoodat hij het waagde, met Ragnachar, een anderen Frankischen koning, een aanval te doen op de laatste overblijfselen van het Romeinsche gezag in Gallië, welke hij in 486 door zijne zegepraal op Syagrius bij Soissons vernietigde.
Tien jaar later begon hij een langdurigen oorlog, om de Germanen onder den Frankischen schepter te doen buigen. In 493 huwde hij met Chlotilde, eene nicht van den Bourgondischen koning Gondobald, die hem tot het Christendom poogde te bekeeren, doch te vergeefs. Toch stond hij toe, dat zijn oudste zoon Ingomer gedoopt werd, en schoon deze in het doopgewaad overleed, veroorloofde hij, dat vervolgens ook aan zijn tweeden zoon Chlodomer de doop werd toegediend.
Eerst streed hij tegen de Alemannen, en toen hij zag, dat in den slag bij Zülpich de zegepraal hem zou ontslippen, beloofde hij weenend, dat hij een Christen zou worden, bijaldien hij de overwinning behaalde. Deze viel hem naar wensch ten deel, en Chlodowig werd weldra door Remigius, bisschop te Rheims, gedoopt en met eene heilige olie gezalfd, die, naar men zeide, in eene kristallen flesch uit den hemel was nedergedaald.
Zijne zuster en 3000 Franken volgden zijn voorbeeld, en paus Anastasius begroette hem als den „allerchristeljjksten” koning, waarna de R. Katholieke steden van Armorica zich uit eigen beweging aan hem onderwierpen. In het jaar 500 toog hij ten strijd tegen Gondobald, koning van Bourgondië, bragt hem in den slag bij Dijon de nederlaag toe, belegerde hem in Avignon en maakte hem schatpligtig.
Volgens zijn zeggen zag hij zich door geloofs-ijver gedwongen, om in 507 tegen de Ariaansche West-Gothen onder Alaric te velde te trekken. Hij versloeg hen in den slag bij Vouglé niet ver van Poitiers, rukte voort naar Bordeaux en maakte zich meester van de schatten van Alaric, terwijl zijn onechte zoon Theodoric een groot aantal steden veroverde.
Nu schonk de Grieksche Keizer hem den titel van consul, en Chlodowig verplaatste zijn zetel van Tours naar Parijs, terwijl hij het veroverde Aquitanië en Toulouse behield. Steeds was hij er op bedacht, zijn gebied uit te breiden en deinsde daarbij voor geene listen en wreedheden terug. Heimelijk zette hij Chloderic, den zoon van zijn voormaligen bondgenoot Sigbert aan, om zijn vader te vermoorden, waarna hij-zelf den zoon om het leven bragt, en door de Ripuarische Franken tot koning werd uitgeroepen.
Een anderen Frankischen vorst, Chararic genaamd, en diens zoon deed hij eerst in eene monnikspij steken en daarna ter dood brengen. Verraders, die hij door schijnbaar kostbare geschenken omgekocht had, leverden zijne vroegeren bondgenooten Ragnachar en diens broeder in zijne magt, waarna hij hen met eigen hand vermoordde. Niet lang echter bleef hij in het bezit eener heerschappij, die hij door gruwelen verkregen, uitgebreid en bevestigd had. Hij overleed in 511 en werd om zijn geloof en om zijne weldaden, aan de Kerk bewezen, door de geestelijken hemelhoog geroemd.
Chlodowig II, den tweeden zoon van Dagobert I en Nanthild, geboren in 633. In 638, na den dood zijns vaders, werd hij onder voogdijschap zijne moeder koning van Neustrië en Bourgondië, maakte zich na den dood van koning Sigbert en na het vermoorden van diens hofmeijer Grimoald ook van Austrasië meester, en werd op deze wijze gebieder over het geheele Frankische rijk. Hij werd echter krankzinnig en overleed reeds in 656.
Chlodowig III, een zoon van Theodoric III. Hij werd in 690 als kind met een schijn van koninklijk gezag bekleed, terwijl de hofmeijer Pipijn van Heristal den schepter zwaaide. De Koning overleed reeds in 694 en werd door zijn broeder Childebert III opgevolgd.