Onder dezen naam vermelden wij:
Chambord is de naam van een groot kasteel in het Fransche departement Loire et Cher, niet ver van Blois. Dit „Versailles van Touraine” ligt in een verbazend groot en zandig park en onderscheidt zich met zijne slanke schoorsteenen, balustrades, minarets, kegelvormige zuilen en ronde torens door een zonderlingen bouwtrant, hoewel het geheel geen onaangenamen indruk maakt. Het bevat 440 vertrekken en stalling voor 1200 paarden.
Merkwaardig is er de dubbele wenteltrap van den middelsten toren, waarlangs 2 gezelschappen kunnen op- en afklimmen zonder elkander te ontmoeten. Dit kasteel is in 1523 door Frans I na zijn terugkeer uit de Spaansche gevangenschap gebouwd, en 1800 werklieden hebben er 10 jaar lang onophoudelijk aan gearbeid. De binnenbetimmering werd eerst onder de volgende koningen voltooid. Het kasteel werd tijdelijk door de Fransche koningen bewoond tot aan den tijd van Lodewijk XV, die het ten geschenke gaf aan den Maarschalk van Saksen. Ook Stanislaus Leszczynski, koning van Polen, hield er geruimen tijd zijn verblijf. In 1792 werd het door het volk geplunderd en daarna als een nationaal eigendom verkocht. In 1809 gaf Napoleon het aan generaal Berthier; van diens weduwe werd het in 1828 door eene vereeniging van Legitimisten voor 13/4 millioen francs aangekocht en aan den hertog van Bordeaux ten geschenke gegeven. Men verzekert, dat dit landgoed jaarlijks ongeveer 40000 gulden opbrengt.
Chambord (Henri Charles Ferdinand Marie Dieudonné van Artois-Bourbon, hertog van Bourbon, graaf van)
Chambord, een zoon van hertog Karel Ferdinand van Berri, in 1820 vermoord, werd geboren te Parijs den 29sten September van dat jaar. De Legitimisten noemden hem „Door God gegeven” of ook wel „het Wonderkind”, een naam waaraan door hunne tegenstanders met het oog op den tijd zijner geboorte eene minder eervolle beteekenis werd toegekend.
De aanvallen op dezen gewaanden stamhouder der Bourbons namen gedurende den tijd der Restauratie geen einde en zij hadden op het lot van den prins een zeer ongunstigen invloed. Immers toen Karel X den 2den Augustus 1830 ten voordeele van den hertog van Bordeaux afstand deed van den troon, was de natie ongezind om hem als opvolger te erkennen. De 3 Julij-dagen verwezen den 10-jarigen knaap tot ballingschap, en het gedrag zijner moeder voleindigde zijn rampspoed. De graaf van Artois benevens de hertog en hertogin van Angoulème zorgden nu voor zijne opvoeding, die zij eerst aan de Jezuïeten en vervolgens aan de legitimistische generaals d'Hautpoul en Latour-Maubourg toevertrouwden, die hun kweekeling van ultramontaansche en absolutistische beginselen doordrongen. Toen pas-genoemde Koning zijn afstand nietig verklaarde en zich wederom Karel X noemde, onstonden er 3 legitimistische partijen, namelijk ééne voor Karel X, ééne voor den hertog van Angoulème, en ééne voor den graaf van Chambord als Hendrik V. Na den dood van Karel X (6 November 1830) verhief zich de strijd tusschen de beide laatstgenoemde partijen op nieuw.
In het jaar 1840 vertoefde de graaf van Chambord geruimen tijd te Napels, Florence, München en Görz, nam in het volgende jaar te Venetië les in de zeevaartkunde bij een voormalig officier der Fransche marine en bezocht met hem de havens van Istrië. In dat jaar viel hij van zijn paard en behield na dien tijd een eenigzins hinkenden gang. In de jaren 1842 en 1843 bezocht hij onderscheidene steden van Duitschland, begaf zich vervolgens naar Engeland, waar hij bezoek ontving van een groot aantal Legitimisten, doch keerde in Januarij 1844 terug naar Görz. Na den dood van den hertog van Angoulème (3 Junij 1844) protesteerde hij tegen de heerschappij van het huis Orleans in Frankrijk en aanvaardde den titel van graaf van Chambord. In 1846 trad hij in het huwelijk met de prinses Therese van Modena en vestigde zich te Frohsdorf, waar hij na dien tijd steeds des zomers zijn verblijf houdt, terwijl hij den winter in het paleis Cavelli te Venetië doorbrengt.
Na de Februarij-omwenteling van 1848 hadden Genoude en Larochejaquelin den wanhopigen moed, een beroep te doen op het volk, ten einde Frankrijk aan te sporen, om Hendrik V als koning te kroonen, en zelfs na de afkondiging der Republiek en na de verkiezing van Lodewijk Napoleon tot voorzitter legden de Legitimisten eene ongemeene bedrijvigheid aan den dag. In den zomer van 1849 begaf zich de graaf van Chambord naar Ems, waar eene fusie (zamensmelting) van Bourbon en Orléans werd ter sprake gebragt, en in Augustus 1850 bezocht hij een tweede congrès van Legitimisten te Wiesbaden. Na den staatsstreek van 2 December 1852 rigtte hij eene gematigde proclamatie tot het Fransche volk. Na het overlijden van den tweeden echtgenoot zijner moeder (April 1864) verkocht hij een gedeelte zijner goederen, om diens schulden te betalen.
In het jaar 1871, toen Frankrijk, verlost van de keizerlijke heerschappij en van het ijzeren oorlogsjuk der Pruissen, beslissen moest over een nieuwen regeringsvorm, plaatste de graaf van Chambord zich wederom op den voorgrond in eene proclamatie, waaruit duidelijk genoeg bleek, wat het van den legitimen kweekeling der Jezuïeten te wachten had. Hij vond trouwens in zijn vaderland weinig aanhang. Voorts volbragt hij eene reis door België, waar men te Antwerpen in zijne komst aanleiding vond, om aan een bestaand ongenoegen tegen de regéring lucht te geven, waarna hij ook onderscheidene steden in ons Vaderland bezocht, waar men zich verwonderde over de vele geestelijken, die hem omringden en over de stiptheid, waarmede hij de uitwendige plegtigheden der godsdienst waarnam, zonder zich voor ’t overige om haar te bekreunen.