Cerbera L. is de naam van een plantengeslacht uit de familie der Apocyneën. Het onderscheidt zich door een 5-deeligen kelk, eene trechtervormige bloemkroon met 5-spletigen zoom, een schildvormigen stamper, waaraan de helmknoppen zijn vastgehecht en eene 1- of 2-zadige steenvrucht. Het omvat boomen en heesters uit de keerkringslanden met groote bloemen. Zij bevatten melksap, en sommige soorten zijn vergiftig.
Van de soorten noemen wij: C. Ahovai L., een fraaijen, altijd-groenen, in Brazilië groeijenden boom met eirond-elliptische, spitse, lederachtige bladeren en groote gele bloemen, geplaatst in eindstandige trossen, een zeer vergiftigen boom, zoodat men de visschen bedwelmen kan door het hout in het water te werpen, — C. lactaria Hamilt., die op de Molukken groeit, zeer dik wordt en in bladeren en bast een purgeermiddel levert, terwijl men olie perst uit de zaden, — C. Odallam Hamilt., die 5 tot 8 Ned. el hoog wordt, in Oost-Indië groeit en vergiftige zaden voortbrengt, — C. Tanghin Sims., die op Madagascar groeit en vruchten draagt ter grootte van perziken, wier amandelachtige kernen zeer vergiftig zijn, zoodat ze in het gods-oordeel door beschuldigden gebruikt worden, — C. Thevetia L. een fraaijen Zuid-Amerikaanschen boom met een bijtend en giftig melksap, dat goede diensten bewijst bij den beet van vergiftige slangen, — C. fruticosa Roxb., een prachtigen heester met gladde takken, tegenoverstaande, langwerpige bladeren en fraaije rozenroode bloemtrossen, — en C. laurifolia Bot. Cab., een lagen Oost-Indischen heester met bladeren, welke op die van den laurierboom gelijken en met zeer welriekende bloemen. Men vindt deze gewassen in groote oranjerieën, waar zp eene warmte vereischen van 12—17°C.
