Brion (Louis), een dapper krijgsman, geboren op Curaçao den 6den Julij 1782,kwam eerst op een kantoor te Amsterdam, vocht onder de Bataafsche jagers met roem in Noord-Holland (1799), en keerde vervolgens naar zijn geboorteland terug. Van hier begaf hij zich naar de Vereenigde-Staten, om zich op de zeevaartkunde toe te leggen; aldaar ontving hij het berigt, dat zijn vader overleden was met achterlating van een aanzienlijk vermogen, en hij rustte nu een schip uit en bezocht onderscheidene landen, totdat hij in 1804 zich vestigde op Curaçao en er tot commandant der schutterij werd aangesteld.
Toen de Engelschen in 1805 het eiland wilden overmeesteren en den Kabriten-berg bezet hielden, trok Brion er met een klein getal schutters omheen, om hun den terugweg naar de zee af te snijden, en deed alzoo den vijand aftrekken. In de volgende jaren bezocht hij de kusten van Venezuéla en Guaira, knoopte betrekkingen aan te Caraccas, en streed er voor de onafhankelijkheid des lands, zoodat hij een schrik werd der Spaansche kruisers. Daarna werd hij opperbevelhebber der vloot van Columbia en kapitein-generaal van het leger, en bevorderde de onafhankelijkheid der republiek. Hjj ondersteunde Bolivar (zie onder dezen naam) met 250000 daalders, bewerkte dat laatstgenoemde tot kapitein-generaal van Venezuéla en Nieuw-Granada erkend werd, hielp het eiland Marguérite veroveren (1816), en bragt aan het Spaansch eskader eene belangrijke nederlaag toe. Hij strekte den opstandelingen tot steun, nam in 1817 deel aan de verovering van Guyana, en vernielde in den mond van de Orinoco 30 schepen en veroverde er 8. Hij bragt eene verzoening tot stand tusschen Bolivar en Marino Montilla, en maakte met laatstgenoemde het plan om Santa Marta en Carthagena te bemagtigen. Santa Marta viel weldra in zijne handen, en Carthagena zou gevolgd zijn, indien eene wapenschorsing geen einde had gemaakt aan de vijandelijkheden.
Brion mogt de bevrijding van Zuid-Amerika niet beleven. Hij had te Savanilla de tolregten van 33 op 25% verminderd, doch Bolivar, hierover vertoornd, deed bekend maken, dat zij op den ouden voet moesten geheven worden. Dit krenkte Brion zoo zeer, dat hij in 1821 naar Curaçao terugkeerde, waar hij den 20sten September van dat jaar overleed. Door het onbaatzuchtig ondersteunen van de zaak der vrijheid had hij zich van zijn geheele vermogen beroofd, en de schuldvordering van zijne erfgenamen aan de republiek Columbia beliep ½ millioen Spaansche daalders, waarvan 400000 werden uitbetaald.