Ayala (Pedro Lopez d’), een Spaansch geschiedschrijver en dichter, was de spruit van een voornaam adellijk geslacht in Castilië. Hij werd in 1332 te Murcia geboren en genoot als een schrander staatsman en dapper krijgsoverste groote gunst bij de Castiliaansche koningen Peter de Wreede, Hendrik II, Jan I en Hendrik III. Hij bekleedde de aanzienlijkste waardigheden, — ten laatste die van grootkanselier en opperkamerheer van Castilië. Hij overleed in 1407 te Calahorra.
In zijne kronieken (Cronicas) van bovengenoemde koningen zoekt hij de geschiedenis — naar het voorbeeld der Latijnsche schrijvers, van welke hij Livius in het Spaansch, gelijk onze Hooft de geschiedboeken van Tacitus in het Nederlandsch, had overgebragt — op eene pragmatische wijze voor te stellen, waarbij niet enkel de feiten worden vermeld, maar ook hun verband, hunne oorzaken en gevolgen. Zijne gedichten zijn eerst later gevonden; van deze is het Boek met Hofrijmen (Libro ó rimado de palacio) het voornaamste. Het werd gedurende eene gevangenschap in Engeland (1367) opgesteld en bevat in 4-regelige alexandrijnen satyrieke schetsen van den toestand der toenmalige maatschappij.