Aulich (Ludwig),een generaal der Hongaarsche revolutionairen, werd geboren in 1792 te Preszburg. Bij het uitbarsten der Maartrevolutie van 1848 bekleedde hij den rang van luitenantkolonel bij het Oostenrijksche infanterieregiment keizer Alexander, hetwelk zich in die dagen in Hongarije bevond, waar het den eed van getrouwheid aflegde aan de nieuwe Hongaarsche grondwet. Daarna rukte het op naar de schansen van St. Tamás, om tegen de Serviërs te strijden. Hierbij onderscheidde zich Aulich, zoodat hij eerlang tot commandant van genoemd regiment bevorderd werd, en reeds in 1849 was hij generaal en belast met het bevel over het tweede arméecorps. In die betrekking droeg hij aanmerkelijk bij tot de schittende overwinningen, die het Hongaarsche leger op Windischgrätz behaalde. Terwijl Görgey vervolgens oprukte, om Komorn te ontzetten, moest Aulich dezen togt maskéren door de keizerlijke troepen voor Pesth met schermutselingen te verontrusten. Hij voldeed aan dezen last en trok laatstgenoemde stad binnen, toen zij den 23stenApril 1849 door de Keizerlijken was ontruimd. Hier werd hij gehuldigd als de held van den dag. In het begin van Mei trok hij over de Donau en nam deel aan de belégering en bestorming van Ofen. In Julij werd hij met Csány en Kis naar Komorn gezonden, om er Görgey tot gehoorzaamheid te bewegen.
Toen deze generaal vervolgens afstand deed van de portefeuille van Oorlog, werd Aulich hiermede belast. Hij bezat echter te weinig energie en te veel vertrouwen op Görgey, om de onafhankelijkheid van zijn vaderland naar den eisch van Kossuth en diens medestanders te bevorderen. Door de beloften van Görgey overgehaald , stemde hij te Arad met dezen voor het besluit, om onderhandelingen aan te knoopen met de Russen. Niettemin werd hij in die stad op den 6den October 1849 met 12 lotgenooten opgehangen. Aulich was ongetwijfeld een man van moed en ervaring, maar als bevelhebber ontbrak hem de geniale blik van onderscheidene jongere generaals, en toen hij minister was, liet zoowel zijn beleid als zijne geestkracht veel te wenschen over.
