Aston (Luise), eene Duitsche schrijfster, die zich bekend gemaakt heeft door haar ijveren voor de émancipatie der vrouwen, is de dochter van een predikant uit den omtrek van Halberstadt. Op haar 19de jaar huwde zij met een fabrikant te Maagdenburg, Samuël Aston genaamd, een Engelschman van afkomst. Weldra scheidde zij van hem, verbond zich na verloop van 2 jaren weder met denzelfden persoon, om hem vervolgens weder te verlaten. Nu leidde zij het leven eener geëmancipeerde vrouw en vertoefde hier en daar in Anhalt en ook te Berlijn, waar zij in Maart 1846 wegens hare émancipatiewoede, hare atheïstische rigting en hare ultraliberale gevoelens uit de stad verbannen werd.
Haar scheidingsproces duurde tot in 1847; toen werd zij schuldig verklaard, zoodat zij het jaargeld verloor, dat aanvankelijk door haar man was betaald. In het jaar 1848 bevond zij zich weder te Berlijn en stond er in betrekking met de aanvoerders der radicale partij. Vervolgens snelde zij naar Sleeswijk-Holstein, waar zij met loffelijke volharding hare krachten wijdde aan de verpleging der gewonden. Vandaar keerde zij naar Berlijn terug, waar haar wederom het verblijf werd ontzegd, en begaf zich toen naar Hamburg, waar haar in 1849 hetzelfde lot ten deel viel. In het begin van 1851 is zij gehuwd met Dr. Meier te Bremen. Zij heeft onderscheidene dichtwerken en romans in het licht gegeven, zooals “Wilde Rosen — “Aus dem Leben einer Frau,” — “Lydia,” — “Revolution und Kontrarevolution” enz.