Arnulf, een Duitsch Keizer, was de onechte zoon van koning Karloman en van de schoone Luitswinda of Litowinda, eene zuster van graaf Ernert. Na den dood zijns vaders (880) werd hij erfgenaam van Carinthië, en na de verwijdering van Karel de Dikke koos men hem tot Duitsch Koning.
Hij versloeg in 891 de Noormannen, overwon in 893, ondersteund door de Hongaren, Zwentibold, koning van Moravië, en hij maakte van den twist om de keizerlijke waardigheid tusschen de hertogen Berengarius van Friaul en Guido van Spoleto zulk een behendig gebruik, dat paus Formosus hem in 896 te Rome de keizerskroon op het hoofd zette. De Italianen dwongen hem echter eerlang, om naar Duitschland terug te trekken, en hij overleed in 899 ten gevolge van Italiaansch vergif te Oettingen, waarna hij te Regensburg begraven werd. Hij werd opgevolgd door zijn zesjarigen zoon Lodewijk, het Kind bijgenaamd. Van eene bijzit, Holenrada, had hij twee zonen; één van deze, Zwentibold, ontving het hertogdom Lotharingen, en de andere, Ratold, wordt gehouden voor den stamheer der graven van Meran.
Het regéringstijdperk van Arnulf is voor de geschiedenis der binnenlandsche aangelegenheden van Duitschland van groot belang. Door zijne troonsbeklimming werd de scheiding van de oostelijke en westelijke stammen van het groote oud-Frankische rijk duurzaam tot stand gebragt. Na dien tijd bekleedden de West-Franken eerst graaf Otto van Parijs, en vervolgens den vreedzamen Karel de Eenvoudige met de koninklijke waardigheid en waren niet gezind, om met de Duitschers hetzelfde opperhoofd te erkennen. In Duitschland zelf was de geweldenarij van Arnulf de oorzaak van vele partijschappen en wanordelijkheden, die het gezag van ondergeschikte magthebbers vermeerderden. In die dagen ontstond de zelfstandige magt der hertogen, en alzoo de verbrokkeling van Duitschland.
Arnulf beging twee belangrijke misslagen, waarvoor zijne opvolgers hebben geboet. In de eerste plaats verhief hij enkele geslachten ten koste van andere tot grooten rijkdom en aanzienlijke waardigheid, en in de tweede plaats haalde hij, om een gevaarlijken vijand te beteugelen, nog gevaarlijker vijand binnen de grenzen. In Zwaben begunstigde hij Salomo, bisschop van Constantz en abt van St. Gallen, en hierdoor verbitterde hij anderen. Daardoor zijn veeten ontstaan, welke eerst in de tiende eeuw door de benoeming van graaf Burkhard tot hertog van Zwaben een einde namen. Iets dergelijks gebeurde in Franken en Saksen. Maar nog noodlottiger was het, dat Arnulf, om de Moraviërs te onderwerpen, zich met de Hongaren verbond en aan deze Pannonië als schadeloosstelling toewees, waarna die Barbaren gedurende eene halve eeuw hunne plundertogten van dáár tot in het hart van Duitschland uitstrekten.