Antiphonie is een woord, hetwelk eigenlijk tegenstem beteekent, Aanvankelijk werd er een gezang door aangeduid, dat door eene hooge vrouwenstem en eene lage mannenstem zoodanig gezongen werd, dat beider toonen, - de stem en de tegenstem - steeds een octaaf verschilden.
Voorts beteekent antiphonie een beurtgezang, welks coupletten - strophe en antistrophe in het Grieksche treurspel - bij afwisseling door een koor werden gezongen. Dit geschiedde bij de Bacchusfeesten en ook bij het psalmgezang der Israëlische eeredienst. Van deze laatste is de antiphonie overgegaan in de Christelijke kerk - eerst in de Oostersche, waar zij in de1e eeuw door Ignatius, bisschop van Antiochia, en vervolgens in de Westersche, waar zij in de 2de eeuw door Ambrosius, bisschop van Milaan, is ingevoerd. Het beurtgezang kwam in de dagen van Constantijn de Groote door middel der monniken Flavianus en Diodorus uit Antiochia naar Griekenland.
Grooter gewigt erlangde de antiphonie door Gregorius de Groote (604), den hervormer der Christelijke eeredienst. Deze verdeelde de kerkelijke gezangen in zoodanige, die door den priester of de priesters, die door het koor en die door het volk werden gezongen. De antiphonie werd voorgedragen door het geheele koor, onmiddellijk vóór en na elken psalm, zij moest het hoofddenkbeeld van dezen bevatten en de aanwezigen op de voorlezing des Bijbels voorbereiden of de waarheid daarvan bevestigen. Het werk, dat Gregorius daarover vervaardigd heeft en den naam draagt van “Liber antiphonarius”, is in zijne oorspronkelijke gedaante niet bewaard gebleven; het boek, dat wij onder dien titel kennen, bevat vele toevoegselen van lateren tijd. - Voorts heeft het woord antiphonie nog andere beteekenissen: men geeft dien naam aan het kerkelijk beurtgezang in het algemeen, hetwelk eigenlijk “responsorium” moest heeten, namelijk het zingen van korte bijbelplaatsen door den geestelijke met een tegenzang van het koor. Ook die bijbelplaatsen zelve worden in de R. Katholieke kerk wel eens antiphonieën genoemd. In de Episcopaalsche kerk geeft men den naam van antiphon of anthem aan eene soort van gezang, waarbij eenige spreuken, door vrouwenstemmen gezongen, door de geheele gemeente worden beantwoord. Händel heeft onderscheidene antiphonieën gecomponeerd.