Ansgarius, de apostel van het Noorden, werd in 801 volgens sommigen in Picardye geboren en volgens anderen in Friesland of in Holland en wel te Woerden. Hij was monnik in het klooster Nieuw-Corvey aan de Weser en ontving in 826 van den Keizer den last, om met zijn vriend Autbert den pasgedoopten koning van Denemarken Harald Klack naar zijne Staten te vergezellen, om er de nieuwe leer te verkondigen en den Koning in zijn geloof te bevestigen.
In Sleeswijk stichtte hij eene kerk en eene school, waarin 12 zonen van Koninklijke ambtenaren tot predikers van het Christendom werden opgeleid. Hij bragt eene verzoening tot stand tusschen den Koning en zijne vijanden, maar de vrede was niet van langen duur, en reeds in 828 moest Harald voor altijd Denemarken vaarwel zeggen. In het volgende jaar ontving Ansgarius van den Keizer het bevel, om het Christendom nog veel verder naar het noorden, tot in Zweden, te verspreiden. Na zijn terugkeer werd hij door den Keizer tot eersten bisschop van Hamburg en Holstein en kort daarna tot pauselijk legaat en tot Keizerlijk gezant bij al de Noordsche volkeren benoemd. Te Hamburg bouwde hij eene prachtige kerk, maar hij moest de vlugt nemen, toen de Denen onder aanvoering van Erik I die stad kwamen verwoesten.
De bisschop van Bremen wilde hem niet ontvangen, maar eene rijke weduwe schonk hem het dorp Ramslo bij Hamburg, waar hij een klooster stichtte. Later verwierf hij de vriendschap van koning Erik, zoodat het hem vergund werd, te Haddebye, waar hij eene kerk had doen verrijzen, te prediken en duizenden in de Schlei te doopen. Na den dood van zijn beschermheer werd laatstgenoemde kerk gesloten. Intusschen was hij spoedig in het bezit der gunst van Erik II, en deze schonk hem verlof, om bij de kerken klokken te gebruiken, waarna het Christendom in Denemarken zich met spoed uitbreidde. Hij overleed te Bremen in 864 en werd door Paus Nicolaus heilig verklaard. Een brief van Ansgarius en de door hem vervaardigde levensbeschrijving van Willehad zijn opgenomen in de Monumenta van Pertz, en het leven van Ansgarius zelven is beschreven door zijn leerling en opvolger Rembertus. Eene levensbeschrijving van lateren tijd is die, welke Kruse in 1824 te Hannover heeft uitgegeven.