Courant (vastgoed) is het in de vastgoedmarkt algemeen gehanteerde, niet gespecificeerde be-grip, waarmee in de koop- en huurmarkt de (veronderstelde) positieve marktappreciatie wordt aangeduid, onder de gegeven conjuncturele en lokale marktomstandigheden, voor het betref-fende vastgoedobject en daarmee min of meer vergelijkbare vastgoedobjecten als deel van een specifieke categorie vastgoed, waar voldoende vraag naar is in die lokale markt, wat neerkomt op een positief perspectief op een (eventuele, desgewenste) snelle succesvolle verkooptransac-tie.
Zie ook: conjunctuur, incourant, markt, transactie, vastgoed, vastgoedobject en verkoop.
Het courant zijn is een begrip, waarmee (mogelijk subjectief) tot uitdrukking gebracht wordt, dat er regelmatig vastgoedobjecten uit die betreffende categorie verhandeld worden, of dat er een gewillige huurmarkt voor zou bestaan. Deze waardering komt tot uitdrukking in de combinatie van een redelijk aanbod en een toch relatief snelle opname ervan op die (sub)markt, bij minder te leveren inspanningen aan de zijde van de aanbieder. De juistheid van de toekenning vooraf van dat predicaat moet echter zich van transactie tot transactie nog maar bewijzen. Want ten eerste is elk vastgoedobject uniek en ten tweede laat de indeling tussen slechts courant en niet-courant geen ruimte voor enige nuancering, terwijl er sprake is van een groot grijsgebied wat snelle verkoopbaarheid van vastgoed betreft.
Het courant zijn wordt bepaald door een vijftal factoren, te weten:
•1eDe marktomstandigheden.
•2eDe aan de locatie toegekende kwaliteiten.
•3eDe functionaliteit van het vastgoedobject.
•4eHet prestatieniveau van het vastgoedobject.
•5eDe opgeroepen emotionele effecten.
Zie ook: functionaliteit, kwaliteit, locatie en prestatieniveau.
De marktomstandigheden laten zich vertalen naar de vraag/aanbod-verhouding voor wat betreft de karakteristieken van het betreffende object en daarmee (min of meer) vergelijkbare objecten binnen de bepaalde (sub)markt. Deze zouden de exogene factoren genoemd kunnen worden, waarna vervolgens de locatie en het object tot de endogene factoren gerekend kunnen worden. Deze factoren lopen ten dele in elkaar over, omdat locatie en object onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Voor deze endogene factoren wordt ook wel de volgende onderverdeling aan-gehouden op basis van de verschillende Engelstalige ‘s’-trefwoorden:
•Site: Dit betreft de gradaties van de geografische kenmerken van de ‘setting’ van de stedelijke, of perifere, locatie tot op dat van het kadastrale perceel met zijn (lang gelijkblijvende) be-grenzing.
•Structure: Dit betreft de samenstelling, opbouw en structuur van de draagstructuur van het casco, die slechts tegen hoge kosten veranderbaar is.
•Skin: Dit betreft de ‘schil’ van het gebouw, met zijn materiaalkeuze, afwerkings- en detaille-ringsniveau en verkregen patina van de tijd.
•Scenery: Dit betreft de relatie tussen binnen en buiten, met het uitzicht op en daarmee de be-trokkenheid bij de ruimere omgeving dan het micromilieu van het object.
•Services: Dit betreft het technische-voorzieningenniveau van het object, zoals dat van elektrici-teit, gas en water, ICT-aansluitingen voor communicatie- en bewakingsmiddelen, liften, kli-maatbeheersing e.d.
•Space plan: Dit betreft de inrichting en afwerking van het interieur van het object, met zijn materiaalkeuze, afwerkings- en detailleringsniveau.
•Stuff: Dit betreft de voornamelijk in het object aanwezige ‘spullen’, de roerende zaak.
Zie ook: casco, drager, Kadaster, kosten, perceel, perifeer gebied, roerend (zaak), setting en stad.
Voor wat betreft het courant zijn wordt ten aanzien van de factor site, of locatie, gelet op aspec-ten als:
•Zichtbaarheid van het object.
•Kwaliteit van de omgeving.
•Bereikbaarheid en toegankelijkheid van de locatie en het object.
•Arbeidsmarktomstandigheden.
De overige endogene factoren hebben betrekking op kwaliteitsaspecten van het object zelf en belangrijke punten voor het courant zijn ervan zijn daarbij:
•Structure: Functionaliteit, flexibiliteit en maatvoering.
•Services: Prestatieniveau en resterende leeftijd.
•Skin: Architectonische uitstraling, identiteit en representativiteit.
•Space plan: Functionaliteit en flexibiliteit.
•Stuff: Vervangbaarheid en toegevoegde waarde.
Tags: casco – conjunctuur – drager – functionaliteit – incourant – Kadaster – kosten – kwaliteit – locatie – markt – perceel – perifeer gebied – prestatieniveau – roerend (zaak) – scenery – ser-vices – setting – site – skin – space plan – stad – structure – stuff – transactie – vastgoed – vastgoedobject – verkoop.