zilveren - Bijvoeglijk naamwoord
1. van zilver gemaakt
♢ De zilveren hanger was niet zo veel waard omdat die machinaal gemaakt was.
2. een tweede plaats
♢ Bij de Olympische Spelen heeft hij een zilveren medaille behaald.
3. 25 jaar gehuwd zijn.
♢ Mijn ouders gaven een groot feest op hun zilveren bruiloft.
Woordherkomst
Afgeleid van zilver met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 30-10-2017
zilveren
betekenis & definitie