wijlen - Bijvoeglijk naamwoord
1. die inmiddels overleden is
♢ Wijlen koning Boudewijn weigerde in 1990 de abortuswet te ondertekenen.
wijlen - Werkwoord
1. (inerg) aanwezig zijn, ronddwalen
♢ In de bolwerken wijlt nog de geest van vervlogen tijden.
wijlen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wijl
♢ De bezigheden vielen hem bij wijlen te zwaar.
♢ De schippers zaten langen wijlen onbeweeglijk bij het want.
Woordherkomst
afgeleid van wijl met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 31-10-2017
wijlen
betekenis & definitie