wenkbrauw - Zelfstandignaamwoord
1. (anatomie) knokige rand boven het oog, meestal begroeid met haar
♢ De wenkbrauwen fronsen.
Woordherkomst
Van het Middelnederlandse wintbraeuwe, waarbij het eerste deel is beïnvloed door wenken. Etymologisch verwant met Oudsaksisch wintbrâwia, Oudhoogduits wintbrâwa en wimper.
Gepubliceerd op 31-10-2017
wenkbrauw
betekenis & definitie