terloops - Bijvoeglijk naamwoord
1. zijdelings, een bijzaak zijnde: Die terloopse opmerking was toch best belangrijk.
terloops - Bijwoord
1. onopvallend tussen andere dingen, alsof het er niet toe doet: dit feit wordt terloops vermeld
Woordherkomst
samenstelling van ter en loop(werkwoord) met het achtervoegsel -s
Gepubliceerd op 01-11-2017
terloops
betekenis & definitie