supporter - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) iemand die een bepaalde club of speler steunt
♢ De supporters raakten weer eens slaags.
supporter - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van supporteren
♢ Ik supporter
2. gebiedende wijs van supporteren
♢ supporter!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van supporteren
♢ supporter je?
Woordherkomst
van het Engels, afgeleid van support met het achtervoegsel -er
Verwante begrippen
ijveraar, zeloot
Gepubliceerd op 01-11-2017
supporter
betekenis & definitie