Gepubliceerd op 02-11-2017

starend

betekenis & definitie

starend - Werkwoord
1. onvoltooid deelwoord vanstaren

starend - Bijvoeglijk naamwoord
1. langdurig naar één punt kijkend
Hij had een starende blik nadat hij gehoord had dat hij weer gezakt was voor zijn rijexamen.
Starende naar de horizon wacht de vissersvrouw op de terugkomst van haar man.