Gepubliceerd op 02-11-2017

stag

betekenis & definitie

stag - Bijvoeglijk naamwoord
1. (Limburg) stug

stag - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) een touw of staalkabel die aan de voor- en/of achterzijde van een mast is gespannen, om hem in de juiste stand te gehouden
De stag wordt op spanning gehouden door spanschroeven.

Synoniemen
tui, want, steundraad, scheerlijn

Verwante begrippen
jufferblok, putting, scheerlijn, talreep, tui, want, zaling