skimmen - Werkwoord
1. (intr) de magneetstrip van een (inmiddels verouderd) bankpasje van een ander kopiëren met het doel, als het tevens lukt de pincode van die bankpas te bemachtigen, daarmee illegaal geldopnames te verrichten
Woordherkomst
van het Engels
Gepubliceerd op 02-11-2017
skimmen
betekenis & definitie