sivan - Zelfstandignaamwoord
1. (Jiddisch-Hebreeuws) derde maand van het joodse jaar, in mei-juni (Est. 8:9); negende maand bij telling vanaf Rosj Hasjana
Woordherkomst
Herkomst: Hebreeuws
Verwante begrippen
Hebreeuws-Nederlands (gangbare versie): siwan
Gepubliceerd op 02-11-2017
sivan
betekenis & definitie