malsch - Bijvoeglijk naamwoord
1. (Oudnederlands, Limburg) mals
♢ Tegen tien uur vonden wij een plek waar het gras welig en malsch was; daar legden wij onze zakken neder en lieten onze koe in de greppel afdalen.
Gepubliceerd op 04-12-2017
malsch
betekenis & definitie