Gepubliceerd op 04-12-2017

maarts

betekenis & definitie

maarts - Bijvoeglijk naamwoord
1. (meteorologie) zoals passend is voor de maand maart
Ook morgen stroomt met een matige, aan zee nog steeds krachtige, noordwestenwind onstabiele lucht naar ons land met ‘maartse’ buien.
2. op de een of andere manier behorend tot maart
De ‘maartse haas’ is een opgewonden haas die woeste achtervolgingen en fanatieke vechtpartijen laat zien. Doen hazen dat inderdaad alleen in maart?

Woordherkomst
afleiding van maart

Synoniemen
[2] krols