maarts - Bijvoeglijk naamwoord
1. (meteorologie) zoals passend is voor de maand maart
♢ Ook morgen stroomt met een matige, aan zee nog steeds krachtige, noordwestenwind onstabiele lucht naar ons land met ‘maartse’ buien.
2. op de een of andere manier behorend tot maart
♢ De ‘maartse haas’ is een opgewonden haas die woeste achtervolgingen en fanatieke vechtpartijen laat zien. Doen hazen dat inderdaad alleen in maart?
Woordherkomst
afleiding van maart
Synoniemen
[2] krols
Gepubliceerd op 04-12-2017
maarts
betekenis & definitie