Gepubliceerd op 04-12-2017

maandags

betekenis & definitie

maandags - Bijvoeglijk naamwoord
1. (tijdrekening) op de maandag betrekking hebbend
Lekker onbezorgd een maandags terrasje doen in Leuven!

maandags - Bijwoord
1. (tijdrekening) op maandagen
We gaan maandags meestal winkelen.

Woordherkomst
Afgeleid van maandag met het achtervoegsel -s

Synoniemen
's maandags