Gepubliceerd op 04-12-2017

leest

betekenis & definitie

leest - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lezen
♢ Jij leest
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lezen
♢ Hij leest
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van lezen
leest!

leest - Zelfstandignaamwoord
1. een houten of metalen vorm waarop een schoen vervaardigd of gerepareerd wordt
De leest is het attribuut van de schoenreparateur
2. (verouderd) de gedaante van een lichaam
Zij heeft dezelfde schone leest als haar tweelingzus.

Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
Schoenmaker blijf bij je leest!|Bemoei je niet met zaken waar je geen verstand van hebt!
♦ num=1
Op dezelfde leest geschoeid|Op dezelfde wijze gemaakt, identiek

Synoniemen
[2] figuur, gestalte, lichaamsvorm, postuur, taille

Verwante begrippen
[2] voorkomen