leest - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lezen
♢ Jij leest
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lezen
♢ Hij leest
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van lezen
♢ leest!
leest - Zelfstandignaamwoord
1. een houten of metalen vorm waarop een schoen vervaardigd of gerepareerd wordt
♢ De leest is het attribuut van de schoenreparateur
2. (verouderd) de gedaante van een lichaam
♢ Zij heeft dezelfde schone leest als haar tweelingzus.
Uitdrukkingen en gezegden
♦ num=1
Schoenmaker blijf bij je leest!|Bemoei je niet met zaken waar je geen verstand van hebt!
♦ num=1
Op dezelfde leest geschoeid|Op dezelfde wijze gemaakt, identiek
Synoniemen
[2] figuur, gestalte, lichaamsvorm, postuur, taille
Verwante begrippen
[2] voorkomen
Gepubliceerd op 04-12-2017
leest
betekenis & definitie