kluitje - Zelfstandignaamwoord
1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kluit
2. iemand met een kluitje in het riet sturen = Iemand wegsturen zonder echte hulp of een echt antwoord te geven = afschepen.
3. zij wonen op een kluitje = zij wonen (te) dicht bij elkaar.
Verwante begrippen
foefke
Gepubliceerd op 04-12-2017
kluitje
betekenis & definitie