Gepubliceerd op 14-11-2017

functieloos

betekenis & definitie

functieloos - Bijvoeglijk naamwoord
1. zonder functie
De zangeres maakte tijdens haar optreden allerlei functieloze en overdreven armgebaren.
Eigenlijk is de blindedarm een functieloos orgaan.

Woordherkomst
afgeleid van functie met het achtervoegsel -loos

Synoniemen
nutteloos, overbodig