frisist - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) deskundige van de Friese taalkunde
Woordherkomst
afgeleid van Fries met het achtervoegsel -ist
Synoniemen
frisicus
Gepubliceerd op 14-11-2017
frisist
betekenis & definitie
Gepubliceerd op 14-11-2017
betekenis & definitie
frisist - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) deskundige van de Friese taalkunde
Woordherkomst
afgeleid van Fries met het achtervoegsel -ist
Synoniemen
frisicus
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
Bronnen: