Gepubliceerd op 14-11-2017

fluit

betekenis & definitie

fluit - Zelfstandignaamwoord
1. (muziekinstrument) een blaasinstrument
2. een op luchtstroom werkend signaalinstrument
3. (scheepvaart) een zeventiende en achtiende eeuws, zeegaand vrachtschip met drie masten
4. een wijn/champagneglas met voet, het antieke model (17e eeuw) is erg lang en taps toelopend, het moderne is korter en boller, maar nog wel vrij slank

fluit - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van fluiten
2. gebiedenwijs van fluiten
Hij fluit voor een overtreding van de voetballer.

Synoniemen
[3] fluitschip

Verwante begrippen
[1] hobo, klarinet, piccolo, trompet, zink, [2] alarm, bootsmansfluit, attentiesignaal, sirene, tijdaanduiding, waarschuwing, [3] kofschip, vrachtschip, zeevaart, zeilschip, [4] cocktailglas, coupe, roemer, wijnglas