fitten - Werkwoord
1. (techniek) in elkaar passen, pasklaar maken
2. (techniek) door omvatting met een fithaak meten
3. (techniek) de diepte van boorgaten meten
fitten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fit
fitten - Werkwoord
1. meervoud verleden tijd van fitten
♢Wij fitten
♢Jullie fitten
♢Zij fitten
Verwante begrippen
aanleggen, installeren, aanbrengen, installateur, installatie
Gepubliceerd op 14-11-2017
fitten
betekenis & definitie