feestnummer - Zelfstandignaamwoord
1. iemand die graag feest
♢ De jongen was een echt feestnummer, maar op school haalde hij wel goede cijfers.
2. een aan een feest gewijd nummer van een tijdschrift
♢ Er was een feestnummer van de krant ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de krant.
♢ “Wij wilden de rollen voor één keer omdraaien,” zeggen hoofdredacteur Mariëtte Haveman en eindredacteur Annemiek Overbeek. “Het huiskameridee zit heel dicht bij het ideaal van het toenmalige Openbaar Kunstbezit. Maar in plaats van dat kunst in de huiskamer wordt gebracht door middel van reprodukties en teksten, staat in dit feestnummer de huiskamer zelf te kijk.”
Woordherkomst
samenstelling van feest en nummer
Synoniemen
[1] fuifnummer, feestvierder, pretmaker
Verwante begrippen
[2] jubileumnummer, jubileumuitgave
Gepubliceerd op 14-11-2017
feestnummer
betekenis & definitie