Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie U
- uiteenslaand
- uiteenslaat
- uiteensloeg
- uiteensloegen
- uiteenspat
- uiteenspatte
- uiteenspatten
- uiteenspattend
- uiteenval
- uiteenvallen
- uiteenvallend
- uiteenvalt
- uiteenviel
- uiteenvielen
- uiteenzet
- uiteenzette
- uiteenzetten
- uiteenzettend
- uiteenzetting
- uiteenzettingen
- uiteenzettinkje
- uiteinde
- uiteindelijk
- uiteindelijke
- uiteindelijks
- uiteinden
- uiteindes
- uiteindje
- uiteindjes
- uiten
- uitend
- uitentreuren
- uiteraard
- uiterdijk
- uiterdijken
- uiterdijkje
- uiterdijkjes
- uiterlijk
- uiterlijke
- uiterlijken
- uiterlijker
- uiterlijkere
- uiterlijkers
- uiterlijks
- uiterlijkst
- uiterlijkste
- uitermate
- uiterst
- uiterste
- uitersten
- uiterwaard
- uiterwaarden
- uiterwaardje
- uiterwaardjes
- uitfade
- uitfadede
- uitfadeden
- uitfaden
- uitfadend
- uitfloot
- uitfloten
- uitfluit
- uitfluiten
- uitfluitend
- uitga
- uitgaaf
- uitgaand
- uitgaande
- uitgaansgelegenheden
- uitgaansgelegenheid
- uitgaansgeweld
- uitgaf
- uitgang
- uitgangen
- uitgangetje
- uitgangetjes
- uitgangspunt
- uitgangspunten
- uitgangspuntje
- uitgangspuntjes
- uitgangsspanning
- uitgangsspanningen
- uitgave
- uitgaven
- uitgavenpatronen
- uitgavenpatroon
- uitgavenpatroontje
- uitgavenpatroontjes
- uitgavetje
- uitgavetjes
- uitgeademd
- uitgebaat
- uitgebaggerd
- uitgebannen
- uitgebarsten
- uitgebazuind
- uitgebeeld
- uitgebeend
- uitgebeende
- uitgebeiteld
