Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie U
- uitbundig
- uitbundige
- uitbundiger
- uitbundigere
- uitbundigers
- uitbundigs
- uitbundigst
- uitbundigste
- uitcheck
- uitchecken
- uitcheckend
- uitcheckt
- uitcheckte
- uitcheckten
- uitdaag
- uitdaagde
- uitdaagden
- uitdaagt
- uitdacht
- uitdachten
- uitdagen
- uitdagen/vervoeging
- uitdagende
- uitdager
- uitdagers
- uitdaging
- uitdagingen
- uitdaginkje
- uitdaginkjes
- uitdeden
- uitdeed
- uitdeel
- uitdeelde
- uitdeelden
- uitdeelt
- uitdelen
- uitdelend
- uitdeling
- uitdelingen
- uitdelinkje
- uitdelinkjes
- uitdenk
- uitdenken
- uitdenkend
- uitdenkt
- uitdiep
- uitdiepen
- uitdiepend
- uitdiept
- uitdiepte
- uitdiepten
- uitdij
- uitdijde
- uitdijden
- uitdijen
- uitdijend
- uitdijt
- uitdoe
- uitdoelpunt
- uitdoelpunten
- uitdoelpuntje
- uitdoelpuntjes
- uitdoen
- uitdoend
- uitdoet
- uitdoof
- uitdoofde
- uitdoofden
- uitdooft
- uitdos
- uitdossen
- uitdossend
- uitdost
- uitdoste
- uitdosten
- uitdoven
- uitdovend
- uitdraag
- uitdraagt
- uitdraai
- uitdraaide
- uitdraaiden
- uitdraaien
- uitdraaiend
- uitdraait
- uitdragen
- uitdragend
- uitdreef
- uitdreven
- uitdrijft
- uitdrijven
- uitdrijvend
- uitdrijving
- uitdrijvingen
- uitdrink
- uitdrinken
- uitdrinkend
- uitdrinkt
- uitdroeg
- uitdroegen
