biologeer - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van biologeren
♢ Ik biologeer
2. gebiedende wijs van biologeren
♢ biologeer!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van biologeren
♢ biologeer je?
Gepubliceerd op 30-10-2017
biologeer
betekenis & definitie