arrangeren - Werkwoord
1. (ov) in een bepaalde orde rangschikken, ordenen
♢ Hij heeft de bloemen tot een mooi boeket gearrangeerd.
2. (ov) (muziek) een bepaalde melodie met akkoorden omlijsten en voor een bepaalde bezetting geschikt maken
♢ Hij arrangeerde een bekend lied voor fluit, hobo en orgel.
3. (juridisch) (een geschil) bij schikking afdoen
4. regelen, organiseren
♢ De vaksbondsleider wil een gesprek tussen het personeel en de directeur arrangeren.
Woordherkomst
afgeleid van het Franse arranger (met het achtervoegsel -eren)
Gepubliceerd op 31-10-2017
arrangeren
betekenis & definitie