(L.) Eig. & Eig. Tijgervisch, SUR. Spikrikatti, N.E. Fam.
Siluridae. Zoetwatervisch. Verspreiding: Suriname, Amazone tot Rio Magdalena. Bek lang, spatelvormig; zes voeldraden. Eerste rugvin kort met een scherpen stekel. Vetvin middelmatig lang.
Aarsvin tamelijk kort. Staartvin gevorkt. De buikvinnen zijn voorbij de rugvin ingevoegd. Kleur van boven bruin met zwarte dwarsbanden, die zilverachtige randen hebben. Soms is er eene lengte rij van zwarte oogplekken onder de zijlijn. De verticale vinnen en de buikvinnen hebben zwarte vlekken.
De buik is zilverachtig wit. Hij voedt zich met andere visschen en is zeer vraatzuchtig. Prof. Kner vond twee jonge Curimates in de maag van een individu uit Suriname. Kappler zegt dat deze zoetwatervisch vier voet lang kan worden, veel in het binnenland voorkomt, en dat zijn vleesch droog is.