Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Gepubliceerd op 25-04-2022

Déportés

betekenis & definitie

De in Frankrijk tot ballingschap veroordeelden worden, bij aankomst te Cayenne, geklassificeerd en over de établissementen verdeeld. Déportés heet men daar de bannelingen in 't algemeen; transportés zijn de roovers en moordenaars, die tot tijdelijken of levenslangen dwangarbeid veroordeeld zijn; rélégués de onverbeterlijke recidivisten uit de Fransche gevangenissen.

De politieke bannelingen gaan naar de Iles du Salut (Royale, Ile Joseph en Ile du Diable, waar Dreyfus gevangen gezeten heeft); de transportés naar Kourou, Cayenne en St. Laurent; de rélégués naar St. Jean, evenals St. Laurent aan de Marowijne gelegen. Libérés zijn zij, die na een zekeren straftijd voorwaardelijk vrijgelaten worden, maar steeds onder politietoezicht blijven. Da vluchtelingen, die in Suriname komen, zijn of van St.

Laurent of van St. Jean en worden in het algemeen déportés genoemd. Zij gaan op vlotten van moko-moko (Montrichardia arborescens) of licht hout - een enkelen keer in gestolen of zelf gemaakte booten - de Marowijne over, en trekken, voor zooveel zij niet door de Indianen of Boschnegers worden opgevangen, door het bosch naar den bovenloop van de Cottica, die ze op vlotten afzakken. Velen komen in het bosch om, hoewel ze niet zelden van terrein-kaarten voorzien zijn, die op de straf-etablissementen in het geheim vervaardigd en zorgvuldig verborgen worden. Een enkelen keer heeft de ontvluchting over zee plaats.Dat het getal ontvluchtingen niet gering is blijkt uit de volgende aan de Kol. Verslagen ontleende cijfers: in 1910, 1911 en 1912 werden respectievelijk in Suriname aangehouden 152, 230 en 210 déportés, uitgezet 113, 199 en 195, in vrijheid gesteld 38,29 en 11. In het cijfer der aangehoudenen zijn niet begrepen de vluchtelingen die aan de Marowijne waren aangehouden en dadelijk naar den Franschen oever teruggeleid. In 1911 en 1912 verkeerden 129 en 145 in dit geval. In 1910 stierf er 1, en in 1911 2, behalve de velen die in de bosschen omkwamen.

In den regel zendt het Surinaamsche bestuur de vluchtelingen terug naar het tegenover Albina gelegen etablissement St. Laurent, maar menigmaal wordt hun 't verblijf oogluikend toegestaan. Verscheidenen zijn te Paramaribo gevestigd, anderen werken op de plantages, enkelen in de goudvelden. De etablissementen in de Marowijne zijn uit de vijftiger jaren der vorige eeuw.

Gedurende de Fransche revolutie verbande men op groote schaal naar Cayenne. Ontvluchtingen naar Suriname kwamen ook toen reeds voor. Zoo bereikten 29 Juni 1798 Pichegru, Barthélemy, Aubry, Villot, La Rue, Ramel, Dossonville en Tellier, die den 18n Fructidor (4 Sept.) 1797 door het Directoire gevangen genomen en naar Cayenne verbannen waren, de Motkreek, van waar zij naar Paramaribo vertrokken. In het Journal ou témoignage de l'Adjudant général Ramel, Leipz. 1799, (in hetzelfde jaar Holl. vertaling te Utrecht), vindt men hun gastvrije ontvangst door

gouverneur Friderici en de Surinaamsche bevolking uitvoerig beschreven. ‘Toute la ville était illuminée, la garnison et les milices coloniales étaient sous les armes, nous débarquâmes au bruit de la mousqueterie et de l'artillerie de la place et de la flotte’, etc. (blz. 235). Zij werden in de gelegenheid gesteld de kolonie te verlaten.

Over de deportatie naar Cayenne bestaat een omvangrijke litteratuur. Men zie, om slechts enkele geschriften te noemen: G. Verschuur. Voyage aux trois Guyanes et aux Antilles. Paris 1894, blz. 176-205; Th. B. van Lelyveld.

Het bagno in Fransch Guijana, in de Gids van Juli 1904 en Aug. 1905; J. Tripot. La Guyane. Au pays de l'or, des forçats et des peaux rouges. Paris 1910. Laffon- Ladebat.

Journal de ma déportation à la Guyane française. Publié d'après les manuscrits inédits, avec une introduction par Frédéric Masson. Paris 1912; Charles Wellington Furlong. Cayenne the Dry Guillotine, in Harper's Monthly Magazine van Juni 1913.

< >