Een parachute is net een grote, ronde parasol, maar dan zonder baleinen en met een grotere ronding. De baleinen zijn vervangen door touwen, die op gelijke afstanden aan den rand bevestigd zijn en kegelvormig samenlopen en dan vastzitten aan den gordel van den parachute-springer of parachutist.
Het oppervlak van een gewone parachute bedraagt ongeveer 60 M.2 Voor het gebruik wordt de uit katoen of zijde bestaande parachute zeer precies opgevouwen en op den rug van den springer zó bevestigd, dat zij zijn bewegingen niet belemmert. Wanneer de parachutist den sprong heeft gewaagd, behoeft hij slechts aan een touw te trekken en de parachute opent zich.Boven in een parachute is vaak een opening, waarvan de grootte door den parachutist geregeld kan worden en waarmee hij dus zijn valsnelheid kan regelen.
In normale gevallen is de parachute een instrument, dat alken in uitersten nood gebruikt wordt. Doch in Amerika en Rusland schijnt men het parachute-springen als een soort sport te beschouwen — in het laatste land heeft men zelfs parachutespringtorens.
Den Russen is het reeds gelukt, en andere legers volgen, grote aantallen militairen uit vliegmachines per parachute achter „vijandelijke” linies te doen landen, zodat de betekenis van dit oorspronkelijk nood-'hulpmiddel zich snel wijzigt.