Een mandaat is een lastgeving of een volmacht, welke aan iemand wordt verstrekt, om namens een ander een zeker recht uit te oefenen of een zekeren plicht te vervullen. Zo spreekt men van een betalingsmandaat en van het mandaat van een Kamerlid; met dit laatste wordt dan bedoeld de ongeschreven volmacht, hem door zijn kiezers verleend, om als hun vertegenwoordiger in het parlement op te treden. (Zie: Imperatief).
Na den wereldoorlog heeft het woord nog een bizonder internationalen klank verkregen. Volgens het Vredesverdrag van Versailles n.l. werden de koloniën der overwonnen mogendheden gesteld onder het bewind van den inmiddels gestichten Volkenbond. Deze verstrekte aan verschillende mogendheden mandaat, om het bewind in de praktijk voor hem uit te oefenen. Die mogendheden werden dan mandatarissen genoemd en de door haar geregeerde bezittingen mandaatgebieden. Intussen is het niet onwaarschijnlijk, dat vele dezer mandaten tot een blijvende bezetting zullen leiden.