Er zal wel geen enkele Hollandse jongen of meisje zijn, die niet weet, wat een kano is. Als ’t zomer begint te worden, dan verlangt al wat jong is in ons waterland naar de heerlijke sport op rivieren, meren, vijvers en plassen en onder de verschillende soorten van watersport, die ons land in dit opzicht beroemd hebben gemaakt, neemt het kanoën een eerste plaats in.
Een gewone kano ken je dus allemaal, maar misschien wist je nog niet, dat de kano eigenlijk de oudste vorm van boot is. Het is de boot, die het allereerst door de natuurvolken is gemaakt, om zich over het water te kunnen voortbewegen. Ze bestond uit een uitgeholden boomstam en was dus lang en smal en bood ruimte voor één tot zeer vele personen, al naar de grootte van den gebruikten boom.
Natuurlijk waren er eenvoudige en minder eenvoudige vormen van kano’s. De éne stam bedacht dit, de andere dat middel, om de kano zeewaardiger te maken, of om den boom sneller uit te hollen. Maar afgezien van dit alles, dwingt het onze grote bewondering af, dat deze primitieve mensen met die kano’s reusachtige zeereizen hebben kunnen maken. Het is bekend, dat grote groepen bewoners van de Polynesische en Micronesische eilanden over den open Oceaan naar Midden- en Zuid-Amerika gevaren zijn. Ja, denk je daar eens in, en dat zonder kaart of kompas! Waarschijnlijk voeren ze ’s nachts op de sterren.
Om het omslaan van de kano’s te voorkomen, maakten ze één of twee uitleggers, dat zijn een soort houten vlotters, gewoonlijk dikke bamboes, die evenwijdig aan de boot, met de boot verbonden door twee andere latten, in het water uitstaken.
Ook gebruikten ze wel eens een zeil.
De Eskimo’s maken hun kano’s (kajaks) uit een geraamte van hout of walvissenbeenderen, omspannen met zeehondenvellen. Kijk maar eens bij „Eskimo’s”.
Het is interessant om na te gaan, hoe langzamerhand onze moderne, fijn-geconstrueerde kano is ontstaan uit den eenvoudigen uitgeholden boomstam.
