behoort tot de grootste profeten van het volk Israël. Hij leefde van ongeveer 780—695 v.
Chr., onder de regering van de koningen Uzzia, Jotham, Achaz en Hizkia. Jesaja sprak zijn volk toe in machtige redevoeringen, waarin hij toornde tegen den afgodendienst, de onrechtvaardigheid der machthebbers en den hoogmoed der rijken.
Deze profeet is een der grootste geesten, die Israël ooit heeft voortgebracht. Zijn getuigenissen, gegoten in hoogst dichterlijken vorm, zijn bewaard gebleven in het oud-testamentisch boek, dat naar hem genoemd is.
Hij werd en bleef de vertrouwde raadsman van koning Hizkia. Volgens de overlevering zou hij onder de regering van Hizkia’s zoon en opvolger Manasse een gewelddadigen dood hebben gevonden.