is een instrument, waarmee men, niettegenstaande haar verblindende stralen, de zon kan bekijken. Het bestaat uit een kijker, waarin tussen het z.g. convexe objectief glas en het concave oculair — zie ook: Concaaf — een paar gekleurde glazen ingeschoven worden.
Je begrijpt, dat deze glazen dienen, om de felle zonnestralen te temperen, want rechtstreeks in de zon kijken zou blindheid kunnen veroorzaken. De uitvinder van dit instrument is Chr.
Schreiner. De moderne helioscopen wijken belangrijk van het instrument van Schreiner af.
In die instrumenten wordt het zonlicht, dat door den kijker komt, vier maal weerkaatst, alvorens het oog van den waarnemer te bereiken. Door zekere manipulaties is het bovendien mogelijk, de straling naar wens te verzwakken.