is de lamp, die in Rooms-Katholieke kerken dag en nacht brandt voor het tabernakel, ter ere van het H. Sacrament des Altaars.
Er moet ten minste één lampje zijn, dat nooit mag uitgaan; er wordt zo mogelijk zuivere olijfolie of bijenwas in gebrand, meest in een rood-doorschijnend glas. De Godslamp is een symbool der liefde en van de altijddurende tegenwoordigheid van Christus in het H.
Sacrament.