Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Gems

betekenis & definitie

De gems is een uitmuntend bergklimmer. De mens, die zich door de duizelingwekkende hoogten van het gebergte aangetrokken gevoelt, worstelt zich met moeite, bestoven en bezweet, door steenwoestenijen, over rotsen en door kloven omhoog.

De gems lacht daarom. Zij springt over afgronden van vijf of zes meter breed; zij springt soms wel tien meter in de diepte.Zij zwemt voortreffelijk en loopt met grote snelheid.
Deze dieren, een soort antilopen, die tot de herkauwers behoren, zijn geheel aangepast aan het leven in het ruwe hooggebergte. Het lichaam is niet lang, nauwelijks één meter, de poten echter zijn lang en sterk en eindigen in stevige hoeven, ’s Winters doet de gems haar maal met mos, des zomers eet zij het jonge groen der alpenstruiken en verder kruiden, grassen enz.
In den regel komt de gems niet voor boven 2500 meter, want daar groeien te weinig grassoorten, om haar van het nodige voedsel te voorzien. Gewoonlijk leven de gemzen in troepen van 25 tot 30 stuks; slechts heel oude mannetjes leven het grootste deel van het jaar op zichzelf, alleen. Overal in Zuid- en Midden-Europa, waar hooggebergte is, komt de gems voor: in de Alpen en in de Pyreneeën, in de Abruzzen en in de Karpathen, ja zelfs in den Balkan en in den Kaukasus.
De gemzen zijn zeer schuw en hebben buitengewoon sterk ontwikkelde zintuigen; zij zien, horen en ruiken zelfs het gevaar op grote afstanden. Bij het weiden zetten zij posten uit, die op alles nauwkeurig letten en bij het geringste gevaar de kudde door een eigenaardig geluid waarschuwen. In een oogwenk is dan de gehele troep verdwenen, want het is zeer moeilijk de gemzen, die in den winter donker-grauwbruin zijn en in den zomer meer rossig-bruin, op den met rotsen en stenen bezaaiden achtergrond te onderscheiden. Heeft men echter het geluk, dat zij over den rand van een bergkam heen vluchten, dan ziet men, een voor een of bij troepjes, deze elegante slanke figuurtjes met hun sierlijke, aan het einde omgebogen horens, als silhouetten tegen den helderen hemel afsteken. Dit bekoorlijk schouwspel duurt echter slechts een zeer kort ogenblik — en weg zijn zij!
Op de gemzen wordt veel gejaagd, maar deze jacht is zéér vermoeiend en gevaarlijk. Het vlees der gemzen is zeer smakelijk en de huid levert prachtig leder, dat o.a. veel voor het maken van handschoenen gebruikt wordt.
Om te voorkomen, dat deze diersoort geheel uitgeroeid zou worden, heeft men in sommige landen, bijvoorbeeld in Zwitserland, bepaalde streken aangewezen, waar niet op gemzen gejaagd mag worden, zodat zij zich daar ongehinderd kunnen ophouden en voortplanten. Van tijd tot tijd, meestal om de drie jaar, worden deze gebieden verplaatst; Zwitserse gemzenjagers vertellen, dat vele gemzen dit dadelijk in de gaten hebben en zich onmiddellijk begeven naar die bergen, die nu voortaan als „vrije bergen” zijn aangewezen.

< >