Natuurlijk weet je, wat een ets is, misschien heb je er wel één of meer in je kamer hangen. Daarom is ’t wel aardig, als je ook weet, hoe men zo ongeveer bij het etsen te werk gaat... zo ongeveer, want een uitvoerige uiteenzetting zou te ingewikkeld worden.
Etsen noemt men het maken van tekeningen op koperen platen, welke tekeningen dan later op papier worden afgedrukt.
De koperen plaat wordt eerst met was of met vernis bestreken, dit heet de etsgrond. Vervolgens neemt men op de plekken, waar de lijnen moeten komen, den etsgrond weg met een stalen naald, de z.g. etsnaald.
Bij een andere manier van etsen, de z.g. aquatinta-manier, bedekt men de plaat eveneens met vernis, maar heel dun, en penseelt daarna op de plekken, die uitgebeten moeten worden, met een bepaald soort bijtende inkt de gewenste figuren. Men kan verschillende spelingen in licht en donker verkrijgen door met bijtende vochten van verschillende sterkte te penselen.
Daarna wordt, bij beide manieren, de plaat in een oplossing van verdund salpeterzuur gelegd. Het salpeterzuur werkt alleen in op die plekken, die dus op de ene of de andere manier van den etsgrond ontdaan zijn.
Bij een z.g. droge-naald-ets worden de gewenste schakeringen verkregen, doordat men dieper of minder diep in het koper zelf insnijdt. Veelal gebruikt men hiervoor een bizonder soort etsnaald.