Wanneer men het uiterst fijne poeder van een stof, die niet in water oplost, in water schudt en zolang omroert, totdat het poeder gelijkmatig over alle waterdeeltjes verdeeld is, dan heeft men een emulsie. Een oplossing in den strikten zin van het woord, zoals b.v. een suiker- of zoutoplossing, is het niet, want men kan het poeder door een heel fijnen filter van de vloeistof scheiden, wat bij echte oplossingen niet mogelijk is.
Om te beletten, dat het poeder, door zijn groter soortelijk gewicht, spoedig neerslaat, vermengt men het water tevoren met een slijmerige stof, zodat de poederdeeltjes langen tijd in de vloeistof blijven zweven.
Ook kan men van twee vloeistoffen, die zich niet vermengen, b.v. olie en water, een emulsie maken, door het mengsel sterk te schudden. De oliedeeltjes worden dan fijn verdeeld en blijven in het water zweven. Door toevoeging van gom of eiwit wordt voorkomen, dat de olie zich weer afscheidt. Een bekende emulsie is die, welke met levertraan bereid wordt.
