Jan Breydel, wiens naam je waarschijnlijk allen wel kent, was een Vlaamse volksheld uit de 14e eeuw. Hij was deken van het slagersgilde te Brugge, wat zo ongeveer hetzelfde was als tegenwoordig: voorzitter van den slagershond of vakvereniging.
We zeggen „ongeveer”, want je moet wel even goed begrijpen, dat de gilden in die oude dagen heel iets anders waren, dan onze vakbonden. Onder het woord „Gilden” vertellen we precies het verschil.Maar om nu op Jan Breydel terug te komen: hij voerde de burgers en handwerkslieden van de stad Brugge aan in hun strijd tegen den Fransen koning Philips den Schone, die de Vlaamse stad onder Franse heerschappij bracht en onderdrukte.
Jan Breydel leidde samen met een ander handwerksman, Pieter de Coninck, het verzet tegen den Fransen vertegenwoordiger, den graaf van St. Pol.
In 1302 begon de opstand te Brugge onder den kreet: „schild en vriend”. Al degenen, die deze woorden niet konden uitspreken, de Fransen dus, werden gedood.
Het leger van Philips den Schone, dat de opstandelingen kwam bestraffen, werd in 1302 bij Kortrijk totaal vernietigd in den bekenden „Gulden Sporen-slag”, die zo genoemd werd, omdat de Franse edelen gouden sporen droegen.
Voor Jan Breydel en Pieter de Coninck werd te Brugge een standbeeld opgericht, tezamen op één voetstuk.